Olivier Berendinus Bommel is heer van stand met een teer gestel. Samen met zijn trouwe bediende Joost bewoont hij Slot Bommelstein in het stadje Rommeldam. Hij draagt een geruite jas, rookt pijp en rijdt een bescheiden 'cabriolet': de Oude Schicht. Niets menselijks is deze beer vreemd: hij is sympathiek, royaal en ruimhartig, maar af en toe een tikje onredelijk en wellicht ook wat onhandig. Geregeld moet zijn 'jonge vriend' Tom Poes te hulp schieten als Heer Olivier zich weer eens in de nesten heeft gewerkt. Deze witte kat is alles wat Ollie niet is: rationeel, doortastend, slim, maar ook een beetje saai.
Joost is Bommels trouwe bediende. Hij kent zijn plaats en is meester in het onverstoorbaar kijken. Joost gaat immer correct gekleed en verzorgt 'eenvoudige doch voedzame
maaltijden, met uw welnemen'. Verdere bezigheden: boodschappen doen, snoeien en krachtig stofzuigen. Joost is al tientallen
jaren in dienst bij Heer Olivier, al neemt hij geregeld ontslag. Maar gelukkig komt hij altijd weer terug op zijn
besluit.
Professor Joachim Sickbock.
Diabolisch figuur, zeer omstreden en universele geleerde, die het kwade met de wereld voorheeft. Voortdurend aan het experimenteren, met DNA-moleculen of ander spul. Tracht de Schepping te herscheppen naar zijn eigen kwalijke denkbeelden. Betaalt schulden liever niet af. Is wel altijd uit op subsidie ter financiering van de hoge kosten van zijn dubieuze onderzoek. 'De wetenschap staat voor niets', meent hij. Roept bij tegenslag of ander ongerief: 'Ei, ei'. Dat gebeurt dikwijls als Tom Poes hem dwarsboomt - dat 'witte ventje'.
Sickbock, De Canteclaer, Panda, Joost en Ollie B. Bommel; je moet wel heel lang uit Nederland weg zijn, als je niet tenminste één van de scheppingen van Marten Toonder kent. 'De Charles Dickens van Nederland' verrijkte onze taal met onsterfelijke uitdrukkingen als minkukel, zieleknijper en kommer en kwel.
Voor zijn negentigste verjaardag krijgt hij een monument in zijn geboortestad Rotterdam.
Marten Toonder werd op 2 mei 1912 geboren in Rotterdam.
Zijn vader was kapitein en veel van huis. Toonder deelde zijn uitgebreide fantasiewereld met zijn broertje Jan Gerhard. Die had niet altijd het geduld om naar de uitgebreide beschrijvingen van zijn broers fantasiefiguren te luisteren. Dus besloot Toonder ze voor hem te tekenen, want: 'wat je tekent hoef je niet meer te vertellen.'
Dickerdack, burgemeester van Rommeldam, is niet wat je noemt een goed burgervader. Dit opportunistisch en breedsprakig nijlpaard, type 'rechtse bal', drukt zich graag uit in gezwollen frasen. Zegt: 'U kunt ervan verzekerd zijn, dat
ik er de nodige celeriteit aan zal geven' en doet vervolgens weinig. Dickerdack begeeft zich graag in de betere kringen van sociëteit De Kleine Club. Kijkt net als alle Rommeldamse
notabelen een beetje neer op Ollie.
Querulijn Xaverius markies de Canteclaer van Barneveldt is Ollie Bommels over het paard getilde buurman. Hij rekent zeker 99 procent van de aardbewoners tot 'het grauw' en 'het janhagel'. Bezigt graag semi-Franse kreten als 'parbleu' en laat zich voorstaan op zijn muzikaliteit, dichtkunst en wijn- kennis.
De Canteclaer heeft een grenzeloze minachting voor Bommel, die hij ver beneden zijn stand acht.
Bijzondere ontmoeting
Als hij negentien is, maakt Toonder met zijn vader een zeereis naar Buenos Aires. Daar ontmoet hij de tekenaar Dante Quinterno, die is opgeleid door Walt Disney. Toonder raakt zo onder de indruk van Quinterno's werk, dat hij besluit
striptekenaar te worden.
Hij trouwt met zijn buurmeisje Phiny, die ook tekent en
strips schrijft, en jarenlang werken ze samen op één
kamer aan hun verhalen. Ze voeden 5 kinderen op: twee
zoons, twee adoptiefdochters en een neefje.
Als hij negentien is, maakt Toonder met zijn vader een zeereis naar Buenos Aires. Daar ontmoet hij de tekenaar Dante Quinterno, die is opgeleid door Walt Disney. Toonder raakt zo onder de indruk van Quinterno's werk, dat hij besluit
striptekenaar te worden.
Hij trouwt met zijn buurmeisje Phiny, die ook tekent en
strips schrijft, en jarenlang werken ze samen op één
kamer aan hun verhalen. Ze voeden 5 kinderen op: twee
zoons, twee adoptiefdochters en een neefje.
Oorlog
In 1941 verdwijnt de Amerikaanse strip Mickey Mouse uit de Telegraaf, als gevolg van de oorlog. Het dagblad besluit dit gat op te vullen met de avonturen van Tom Poes.
Kort daarna richt Toonder de Toonder Studio's op. Hij stopt echter met zijn krantenstrip als de Telegraaf een hoofdredacteur krijgt die SS-er is. Samen met broer Jan Gerhard gaat Toonder werken voor het illegale krantje Metro, en hij helpt af en toe onderduikers.
Na de oorlog verschijnt de Tom Poesstrip weer volop: in maar
liefst 50 binnen- en buitenlandse kranten. Daarnaast tekent Toonder nieuwe strips: Kappie, Panda en Koning Hollewijn. Bij zijn Toonder Studio's werken inmiddels meerdere tekenaars en tekstschrijvers, die negentien verschillende strips produceren.
Ierse jaren
In 1964 emigreert het gezin Toonder naar het Ierse Greystone, vanwege het prachtige landschap, dat veel weg heeft van Toonders
striplandschappen. Hij werkt er aan de Bommelfilm 'Als je begrijpt wat ik bedoel', schrijft een boekenweekgeschenk en maakt talloze strips voor onder andere NRC, Volkskrant en De Tijd. Het laatste Bommelverhaal, waarin Ollie B eindelijk trouwt met zijn
lieve buurvrouwtje Doddel, verschijnt in 1986.
Dan slaat het noodlot toe: na 55 jaar huwelijk overlijdt
Phiny in 1990, kort daarna gevolgd door broer Jan Gerhard en zoon Onno. Toonder ontmoet zijn tweede grote liefde, componiste Tera de Mayrez Oyens, en trouwt met haar, maar zij sterft nog hetzelfde jaar aan kanker. Tenslotte overlijden ook de beide adoptiefdochters.
Geen zin
Nadat Marten Toonder letterlijk geveld wordt door een dubbele longontsteking, haalt zijn familie hem in 2001 terug naar Nederland. Inmiddels woont hij in het Larense Rosa Spierhuis, een bejaardentehuis voor kunstenaars. Ter ere van zijn
verjaardag schenkt geboortestad Rotterdam hem een monument, en een 'hommage'. Op Toonders verzoek zijn de feestelijkheden in tweeën gesplitst: de hommage op 2 mei, de onthulling van het monument de 12e. Maar voor hem hoeft het niet meer zo. 'Zo oud worden als ik heeft geen zin'.